vrijdag 9 juli 2010

Kleineken.

Een keer iets anders. Dit verhaal speelt zich af in Italië. In een zeker hotel waren er eens drie honden. Een grote, middelgrote en een kleintje. De grote was een Duitse scheper, de andere 2 rassen ken ik niet. Ik en Germaine zijn hondenmensen, Bernadetta houdt er ook wel van. De middelgrote vonden we het mooist; we noemden hem Baptiste. De andere twee werden 'de groten' en 'het kleineken' gedoopt.

Bij het kleineken merkten we meteen op dat ze wondjes had. Mishandeld geweest, dachten we. Komt vast uit het asiel of zo. De hotelbaas kwam erbij staan en zei dat we voorzichtig moesten zijn. Het hondje had een gebroken kaak. Hij vertelde dat dit kwam doordat de groten hem gebeten had.

's Avonds zaten we te eten toen het kleineken onder onze tafel door naar boven liep, jankend. Ik heb nog nooit eerder een hond op die manier horen janken van de pijn. De baas kwam aan onze tafel staan en zei dat de groten hem weer had aangevallen. Dat deed ze namelijk al sinds de eerste dag waarop ze het kleineken hadden. Bij Baptiste niet, da's een mannetje, daarop was de groten niet jaloers.

Zij vonden het ook heel erg om dat kleintjen zo te zien. De groten werd dan uiteraard gestraft, maar toch, dat kleineken had dan wel pijn. We opperden om ze te scheiden, maar dat ging niet zeiden ze. De honden konden namelijk altijd buiten lopen. En ze wilden er geen van de twee wegdoen. Ook de optie wij nemen dat kleineken wel met ons mee hoor, werd niet goed bevonden.

Vanochtend dan, hoorden we het kleineken weer janken, de groten luid blaffend. Erg, zo erg, maar wij konden er onmogelijk tussenkomen. Een uurtje later stapten we in de auto. We reden langs het smalle weggetje en zagen daar iets liggen, een paar meter voor ons. We stopten.

Het was het kleineken. Dood.

1 opmerking: